Naar inhoud springen

Jan Jakob Lodewijk ten Kate

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door RomaineBot (overleg | bijdragen) op 5 jun 2010 om 21:55. (Linkfix ivm sjabloonnaamgeving / parameterfix met AWB)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Jan Jakob Lodewijk ten Kate door Dirk Jurriaan Sluyter

Jan Jakob Lodewijk ten Kate (Den Haag, 23 december 1819 - Amsterdam, 24 december 1889), niet te verwarren met zijn zoon, de kunstschilder Jan Jacob Lodewijk ten Kate, was een Nederlands dichter en dominee.

Ten Kate groeide op in Den Haag, samen met zijn broers Mari en Herman die bekende schilders zouden worden. Zijn eerste bundel Gedichten verscheen in 1836. Ten Kate werkte aanvankelijk als kantoorklerk, maar werd daarnaast in 1834, als veertienjarige, lid van het Haagse literaire gezelschap 'Oefening kweekt kennis', dat dat jaar was opgericht door onder andere Samuel Johannes van den Bergh en W.J. van Zeggelen. Daar leerde hij de predikant en filantroop Ottho Gerhard Heldring kennen. Deze bood, onder de indruk van de intelligentie en het dichttalent van de jongen, Ten Kate een plaatsje op zijn zolder aan, zodat hij zich daar kon voorbereiden op een academische studie. Hij nam het aanbod aan en na een jaar studeren kon hij zich in 1838 als student theologie aan de Universiteit Utrecht inschrijven. Daar zou hij tot 1843 blijven studeren. Samen met Anthony Winkler Prins richtte hij in 1842 het berijmde literaire tijdschrift Braga op, waarvan twee jaargangen verschenen. Op 7 mei 1845 trouwde hij met Johanna Sophia Waldorp, een dochter van de schilder Antonie Waldorp. Hij werkte als predikant achtereenvolgens in Marken, Almkerk, Middelburg en Amsterdam, alwaar hij op 15 april 1860 door de plaatselijk predikant Tonco Modderman werd bevestigd in het ambt.

Ten Kate was een zeer productief dichter, die gemakkelijk kon rijmen. Zijn bekendste gedicht is De schepping (1866), waarin hij probeert bijbelse en natuurwetenschappelijke standpunten met elkaar in overeenstemming te brengen. Hij vertaalde ook buitenlandse literatuur, waaronder Paradise Lost van John Milton en Faust van Goethe.

Ten Kate werd evenals andere dominee-dichters geparodieerd door Cornelis Paradijs (Frederik van Eeden) in de bundel Grassprietjes of Liederen op het gebied van Deugd, Godsvrucht en Vaderland.

Maar Goddank! zingt nu cantaten ...
Daar komt J.J.L. ten Kate!
Dankt den Heer met snarenspel
Voor Ten Kate J.J.L.

Dat is scheppen, dat is dichten,
Loven, lieven, steunen, stichten ...
Zing, ten Kate! zing uw lied!
God vergeet zijn dichter niet!

Bron: fragment uit Predikantenlied (hulde aan onzen geestelijken stand) in: Grassprietjes, uitg. W. Versluys, Amsterdam (1916)

Ten Kate overleed in 1889 in Amsterdam. Zijn gedichten werden in 1890-1891 uitgegeven in 12 delen.

Externe link