voorjaarsregen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  voorjaarsregen    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• voor·jaars·re·gen

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  voorjaar zn  en  regen zn  met het invoegsel -s- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	voorjaarsregen	voorjaarsregens
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de voorjaarsregen m

1. een regenbui in de lente

   ▸ Zelf vergeleek Franciscus zijn prediking met de wolken, die zowel felle bliksemstralen als de milde voorjaarsregen op de aarde zenden.

   ▸ De televisie stond voor de verandering uit, zodat het obstinate gekletter van de voorjaarsregen tegen de ramen als achtergrondmuziek fungeerde.

Gangbaarheid

• Het woord 'voorjaarsregen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.