Naar inhoud springen

vingerhoed

Uit WikiWoordenboek
Versie door Snorrebot (overleg | bijdragen) op 16 mrt 2024 om 20:35 (→‎top: lidwoord voor trefwoord, doorloop 1.1)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Vingerhoedjes

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vin·ger·hoed
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vingerhoed vingerhoeden
verkleinwoord vingerhoedje vingerhoedjes

Zelfstandig naamwoord

de vingerhoedm

  1. hard dopje dat het eerste kootje van de vinger beschermt bij het naaien
    • In Nederland doet de metalen vingerhoed rond de 13e eeuw zijn intrede. 
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen