Multimediaal

Olympische stadions in de tijd, De Feyenoord sportquiz, Sportnieuws op de kaart, een tag cloud, en het Sportbeeld van de dag archief. Kijk verder »



Marco van Basten. De jaren in Italie en Oranje II

19-5-2006

In samenwerking met boekhandel Scheltema in Amsterdam presenteert Het Sporthuis vanmiddag Marco van Basten. De jaren in Italië en Oranje van Zeger van Herwaarden. Hieronder een voorpublicatie. Het is de eerste helft van hoofstuk 1 (morgen volgt de tweede helft).

Wat kan een jongen meer doen dan vier doelpunten maken?

De weg naar Milaan Joop van Basten zag bij de pupillen van de kleine amateurclub edo in Utrecht dat zijn zoon Marco ver boven de grauwe middelmaat uitstak. Sterker nog, Van Basten senior was ervan overtuigd dat Marco, zo klein als hij was, zou uitgroeien tot international. Hij besloot zijn doen en laten voortaan in dienst te stellen van zijn amper zeven jaar oude zoon. Stanley, Marco''s zes jaar oudere broer, vernoemd naar de Engelse voetballegende Stanley Matthews, behoorde met voetbal en andere balsporten die hij beoefende tot het leger der talentlozen en telde voor zijn vader niet mee.

Terwijl elke stap die Marco op het voetbalveld zette onder een vergrootglas werd gehouden, ging vader Van Basten nooit naar Stanley kijken. Langs de lijn staan bij iemand die nooit iets zou bereiken, beschouwde hij als tijdverspilling.

Ook zijn dochter Carla en zijn vrouw Lenie stonden in de schaduw van de torenhoge verwachtingen die hij van zijn jongste zoon koesterde. Van jongs af aan moest Marco daaraan voldoen. Hij leefde met het plichtsbesef en verantwoordelijkheidsgevoel van een enig kind, dat hij feitelijk ook was. Verder was het voor hem als jongen van nog geen tien jaar oud volstrekt normaal dat alles altijd en overal om hem draaide. Zijn vader had zelf op het hoogste niveau gevoetbald. Hij was in de jaren vijftig prof geweest bij het Utrechtse dos toen het betaalde voetbal in Nederland nog in de kinderschoenen stond. Als keiharde verdediger speelde hij in dienst van het elftal. Nuttig en bruikbaar, meer niet.

Na zijn spelersloopbaan was hij actief als trainer van diverse Utrechtse amateurclubs. Hij had aan het zien van één wedstrijd van Marco genoeg. Zijn zoon had een touch of genius. In alles een uitblinker. Elk elftal zou in dienst van hem staan, niet andersom. Maar Van Basten senior was bepaald niet een van de duizenden voetbalvaders die hun zoon kritiekloos benaderen en de hemel in prijzen. Integendeel, hij was kritisch tot op het bot en hardde Marco door hem voortdurend op zijn tekortkomingen te wijzen. Meestal luisterde de jongeling, maar soms werd de kritiek hem te veel. Dan vluchtte hij naar zijn kamer en verwenste zijn vader.

Maar hoe lang die buien ook bleven hangen, Marco keerde altijd terug om verder te praten over voetbal. Het enige wat voor hem bestond en het enige gespreksonderwerp dat in huize Van Basten telde. Zo spraken vader en zoon elke dag voor het slapengaan in Marco''s jongenskamer nog een halfuurtje over kappen, draaien en vrijlopen. Vader Van Basten had een rotsvaste overtuiging in Marco''s kwaliteiten, maar hoe goed Marco ook had gespeeld, één zin kwam altijd terug: ''Met jouw kwaliteiten moet je veel beter kunnen.'' Doordat zijn vader verlangde dat hij zichzelf telkens weer overtrof, raakte de van nature eerzuchtige tiener verwikkeld in een competitie met zichzelf. Hij moest zich bewijzen, niet zozeer tegenover anderen - die waren niet zo interessant - maar vooral tegenover zichzelf.

Niet voor niets staat op het bureau in de jongenskamer van Marco van Basten nog steeds de volgende zin geschreven: ''Ik ben de beste op mij na.'' Een jaar voordat Marco naar Ajax zou gaan, kreeg hij de eerste lichamelijke tegenslag. Na zijn overgang naar de professionelere amateurclub uvv had Marco op zijn vijftiende zo veel last van pijn in zijn liezen dat orthopedisch chirurg Rein Strikwerda, een autoriteit op zijn gebied en clubarts van fc Utrecht, hem adviseerde te stoppen met voetbal op het hoogste niveau.

Meer dan twee keer per week trainen was naar zijn mening uit den boze. Bij een hogere intensiteit zou Marco volgens de arts binnen een aantal jaren in een rolstoel belanden. Als Van Basten in zijn latere loopbaan niet zo zwaar getekend zou zijn geweest door blessures, zouden deze uitspraken hoogstwaarschijnlijk in de vergetelheid zijn geraakt.

Ook de constatering destijds van Strikwerda dat de stand van Van Bastens enkels ''niet optimaal'' was, heeft door het verdere verloop van Van Bastens carrière een onheilspellende lading gekregen. Maar feit blijft dat het lichaam van Marco in zijn amateurtijd voor het eerst hevig protesteerde. Of de pijn door de groeistuipen werd veroorzaakt of door de overbelasting van dagelijks intensief sporten, is de vraag. Vaststaat dat het talent driekwart jaar niet in clubverband mocht voetballen. Na deze periode van gedwongen passiviteit sloegen Joop van Basten en zijn zoon de raad van Strikwerda in de wind. Sterker nog, vader Van Basten zorgde ervoor dat Marco uvv inwisselde voor Elinkwijk, de grootste amateurclub in Utrecht, zodat hij betere trainers en meer weerstand zou krijgen.

Marco blonk uit in het Utrechtse jeugdvoetbal en bereikte snel de grenzen van wat op amateurniveau mogelijk is. Want wat kan een jongen meer doen dan elke week vier doelpunten maken? Gelukkig bleef zijn onweerstaanbare spel in de hoofdstad niet onopgemerkt. Aad de Mos, trainer bij Ajax, was er als de kippen bij om het talent te strikken.

De Van Bastens hapten toe. Een aanbieding van fc Utrecht werd afgeslagen. Het was een berekende keuze. Zoals Marco van Basten zelf later zei: ''Als het mis zou gaan bij Ajax, kon ik altijd nog terug naar Utrecht. Omgekeerd was dat onmogelijk.'' Eén ding was voor Marco van Basten meteen duidelijk toen hij als zestienjarige zijn eerste contract bij Ajax tekende: verwachtingen worden in het profvoetbal uitgedrukt in geld. Van Basten zou per 1 juli 1981, zijn eerste dag als Ajacied, 500 gulden per maand verdienen.

Edwin Godee, zijn ploeggenoot bij de Utrechtse amateurclub Elinkwijk, die in het jeugdvoetbal nog meer naam had gemaakt, kreeg het dubbele. Leeftijdgenoot Gerald Vanenburg, de stralende ster van de jeugdopleiding van Ajax, die in Amsterdam werd gezien als de nieuwe Cruijff, tekende in 1981een contract dat hem jaarlijks 25.000 gulden opleverde.

Van Basten moest zich nog bewijzen. Niet dat het hem deerde. Jezelf moeten bewijzen was niets nieuws. Dat Vanenburg deel ging uitmaken van de eerste selectie en dat Godee bij het tweede elftal werd geplaatst, terwijl hijzelf bij de jeugd in de A1ging spelen, kon Van Basten wel hebben. Hij was vanaf zijn jongste jaren zozeer gericht geraakt op zichzelf dat hij zich niet makkelijk uit zijn evenwicht liet brengen. In de Ajax-jeugd heerste, net als bij het eerste elftal, een zakelijke cultuur met een hiërarchie die puur was gebaseerd op prestaties. Het ging erom wat een speler op het veld liet zien.

De rest was niet eens bijzaak, het bestond niet. Deze prestatiegerichte microkosmos, waarin geen plaats was voor sentimenten en waar talenten vanaf achtjarige leeftijd werden gedrild tot beroepsvoetballer, was voor Van Basten gemaakt. Hij was al zo''n tien jaar gewend dat de wereld draaide om zijn verrichtingen binnen de vier lijnen. Bovendien had hij van zijn vader geleerd geen excuses te gebruiken om mindere prestaties goed te praten.

Met de ongezouten kritiek van jeugdtrainers van Ajax, waar Edwin Godee niet tegen was opgewassen, kon hij dan ook prima omgaan. Of het zijn vader was die hem corrigeerde of een trainer, dat maakte niet uit. Zonder te zeuren pikte Van Basten mee van het commentaar wat van nut was en werkte doelgericht aan het verbeteren van zijn eigen spel. Door zijn onverstoorbaarheid dwong hij aan de Middenweg respect af. Binnen de Ajax-jeugd verkreeg hij in een vloek en een zucht de status van vedette.

Het klimaat van Ajax paste hem als een handschoen en op 3april 1982maakte hij als zeventienjarige jongen tegen nec zijn debuut voor de hoofdmacht van Ajax. En natuurlijk scoorde hij, nota bene als invaller voor Johan Cruijff, de op het oude nest teruggekeerde maestro die de komende man bij de hand zou nemen. Zijn vader had Marco sinds zijn vertrek naar Ajax losgelaten en vanaf dat moment was het Cruijff die het talent onder zijn hoede nam. In het seizoen ''82-''83maakte de vedette van weleer Van Basten alerter, scherper, gehaaider, gemener en harder. Met zijn ervaring als diepe spits, een rol die hij in de jaren zestig bij Ajax fenomenaal had vervuld, gaf Cruijff zijn leerling handreikingen die het verschil maken tussen een goede voetballer en een topvoetballer.

Van Basten dacht dat hij met zijn vader veel over voetbal had gepraat, maar die gesprekken vielen in het niet bij de woordenstroom van Cruijff, de alles overtreffende trap in het praten over voetbal. Ook van zijn voetbalvader, die Cruijff tot op de dag van vandaag is gebleven, kreeg Van Basten wel eens genoeg. Juist omdat hij veruit het meest getalenteerd was, benaderde Cruijff hem nog kritischer dan andere talenten als Vanenburg, Frank Rijkaard, John van ''t Schip en Wim Kieft. Moe van de voortdurende kritiek vluchtte de jonge spits soms weg in recalcitrante buien en hekelde dan de betweterigheid van zijn leermeester. Van Basten was voor zijn leeftijd opvallend evenwichtig, maar als het hem te veel werd flakkerde zijn temperament op, net als wanneer zijn vader hem vroeger in de auto weer eens de les had gelezen over een jeugdwedstrijd.

Van Basten ''had het dan gehad met de hele teringzooi'', zoals hij zelf als jonge Ajacied in een interview zei. Maar na een tijdje ging hij het gesprek weer aan met Cruijff, die gewoon verderging waar hij was gebleven. Van Basten ontpopte zich als een snelle leerling. Eén keer iets voordoen of vertellen was voldoende. Maar het bleef niet bij technische en tactische lessen alleen. Cruijff leerde Van Basten hoe te overleven in de voetbalwereld. Volgens nummer 14 werd het voetbal in essentie geregeerd door de volgende wet: eten of gegeten worden. Om jezelf staande te houden, zo hield hij Van Basten voor, moet je nooit gevoelens tonen. Als je je kwetsbaar opstelt, word je gekwetst, was zijn motto. Cruijff vatte zijn lessen aan Van Basten later samen onder de noemer ''stressbestendig maken''.

Hierdoor begon Marco van Basten in te zien dat bravoure de enige manier was om te overleven in het profvoetbal en hij ontwikkelde tegenover de buitenwereld een houding die veel Ajacieden eigen was: zelfbewust en zelfverzekerd, op het arrogante af, zonder ook maar een spoor van twijfel te verraden.

Dat moest ook wel, want in de nabijheid van Cruijff en andere ervaren broodvoetballers in de selectie als Sören Lerby en Piet Schrijvers ging het alleen maar om de punten en de poen. Het was een hard klimaat en geheel in lijn met zijn directe omgeving waren de enige idealen die de tiener Van Basten nastreefde status, succes en geld. Hij beschouwde voetbal als een beroep dat in het teken stond van het met geld verwerven van vrijheid en onafhankelijkheid, voor hem als solist het hoogste goed.

Naast de sfeer bij Ajax klonk hierin ook het geluid van de jaren tachtig door, waarin materieel succes voor de meeste talentvolle, ambitieuze jonge volwassenen de norm werd. Van Basten was een van de young urban professionals, een yup. Weliswaar een bijzonder balvaardige yup, eentje die het publiek in hogere sferen kon brengen, maar niettemin een yup. Te vergelijken met een generatiegenoot als acteur Tom Cruise, een ander symbool voor het te gelde maken van je eigen talent. In de zomer van 1983 scheidden de wegen van voetbalvader en zoon.

Cruijff vertrok vanwege onenigheid met Ajax-voorzitter Ton Harmsen naar Feyenoord. Ook de routiniers Sören Lerby en Piet Schrijvers werden getransfereerd, zodat de bal lag bij talenten als Van Basten, Rijkaard, Vanenburg, Van ''t Schip en Jesper Olsen. Spits Wim Kieft, nota bene Europees topscorer in 1982, werd verkocht aan Pisa. Ajax zette alle kaarten in de voorhoede op Van Basten. Die speelde vrijuit. Zonder de alom aanwezige Cruijff werd Van Basten topscorer van de eredivisie en debuteerde op 7 september 1983thuis tegen IJsland voor het Nederlands elftal. Bondscoach Kees Rijvers riep hem, op dat moment nog geen negentien jaar oud, uit tot de spits van Oranje voor de komende tien jaar.

Hoogtepunt in het clubseizoen was de 8-2 overwinning op het geroutineerde Feyenoord van een op wraak beluste Cruijff. Van Basten zette die gedenkwaardige achttiende september 1983met drie doelpunten de definitieve stap naar de nationale top. Cruijff, bezig aan zijn laatste seizoen als speler, werd in het Olympisch Stadion weggespeeld. Enig dieptepunt van het seizoen vormde de ziekte van Pfeiffer, waardoor Van Basten enkele wedstrijden moest toekijken. Trainer Aad de Mos hield nauwelijks rekening met de oververmoeidheid waarmee Van Basten kampte, en dwong hem zo veel mogelijk te spelen.

Het tweede Cruijff-loze seizoen was met een nieuwe topscorerstitel en het veroveren van het landskampioenschap nog succesvoller, maar het zinde Van Basten, inmiddels de gezichtsbepalende speler van de jeugdige groep, allerminst dat Ajax internationaal bitter weinig klaarspeelde. Hij stelde trainer Aad de Mos, die hem een paar keer reserve had gezet, hiervoor verantwoordelijk. Zonder mededogen leidde hij het vertrek in van de man die hem naar Ajax had gehaald, door onomwonden te stellen dat Ajax onder De Mos over de grens nooit iets zou presteren.

ISBN 90-295-63869 en het boek kost €17,50 Uitgeverij

De Arbeiderspers Amsterdam · Antwerpen

Subside Sports - Grootste aanbod voetbalshirts

Reacties

Micha: Dat is zeker ok
geplaatst op: 20-5-2006 10:03:48u.
Thei: Geweldig! Ik ga 't boek zeker halen! Heb overigens ook even een linkje gezet op mijn web-log. Hoop dat 't ok
geplaatst op: 19-5-2006 23:56:43u. | e-mail | website


Sportus.nl
Headliner.nl