Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Wijzigingen door 2A02:1811:3C22:B100:785E:CEAE:F53:C2B9 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Kwater
Geen bewerkingssamenvatting
(30 tussenliggende versies door 13 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1:
[[Bestand:Baksteenhulo.jpg|thumb|Fabrieksstenen]]
[[Bestand:handvormklein.jpg|thumb|(Pseudo)handvormstenenHandvormstenen]]
[[Bestand:Reconstructed Babylon -1.jpg|thumb|BijBaksteen [[ziggoerat]]swerd werden reeds bakstenenal toegepast (bij de fotobouw toont eenvan [[WederopbouwZiggoerat|reconstructietempeltoren]]s in [[Mesopotamië]] (reconstructie)]]
Een '''baksteen''' is een kunstmatige steen, uit [[klei]] gebakken, steen die wordt toegepast voor de constructie van onder meer [[muur (bouwsel)|muren]] (gevelbaksteen) of voor het toepassen in [[bestrating]]en ([[straatbaksteen]] of [[Klinker (steen)|klinker]]).
 
== Geschiedenis ==
De eerste gebakken stenen zijn gevonden in [[Mesopotamië]] en dateren van ongeveer 5000 v. Chr. Het duurde echter nog tot circa 3000 v. Chr. voordat ze op grotere schaal als bouwmateriaal werden gebruikt. In eerste instantie werden stenen met de hand gevormd uit een bal klei, maar al snel deed de vormbak zijn intrede, waarmee series stenen gemaakt kunnen worden van (ongeveer) gelijke afmetingen en structuur.
 
In Europa werd baksteen voor het eerst door de [[Romeinen in Nederland|Romeinen]] op grote schaal toegepast. De [[Romeinse baksteen|Romeinse bakstenen]] waren veel dunner dan eerdere en latere bakstenen, ze leken meer op tegels. Na het vertrek van de Romeinen raakte de techniek echter weer in onbruik. Vanaf de 13e eeuw werd het steenbakken weer opgepakt door monniken. De [[Kloosters in Friesland|Friese kloosterorden]], die contact hadden met het verre [[Italië]], waar de baksteentechniek bewaard was gebleven, herintroduceerden de technologie begin 13e eeuw. De eerste vermeldingen van bakstenen in het zuiden van de Nederlanden verwijzen naar [[Veurne]] (Ter Duinen in [[1215]]), [[Lissewege]] ([[Ter Doest]] in [[1225]]), [[Hemiksem]] (abdij in [[1246]]). Men sprak dan al gauw van ‘kloosterstenen’ of ‘[[kloostermop|kloostermoppen]]’. In [[West-Vlaanderen]] wordt ook de term ‘papesteen’ gebruikt.
 
Het gebruik van baksteen nam in de [[middeleeuwen]] sterk toe toen de bouw van houten huizen vanwege [[Stadsbrand|brandgevaar in de steden]] werd verboden ([[verstening (bouwkunde)|verstening]]). Dat is terug te zien in de zogenaamde [[baksteengotiek]]. Het gebruik van baksteen is vanaf die tijd in Nederland altijd gebleven vanwege de goede gebruikservaring en de ruime beschikbaarheid van klei datdie via de grote rivieren wordt afgezet in de [[uiterwaard]]en.
 
In de 17e en 18e eeuw werden bakstenen als [[ballast (verzwaring)|ballast]] gebruikt voor de handelsschepen van de [[West-Indische Compagnie]], die onder meer naar [[Suriname]] voeren. Dit is de reden dat veel huizen in [[Paramaribo]] een [[fundering]] van baksteen hebben, die beter bestand is tegen het hoge [[grondwater]] dan een fundering van houten palen. Ook [[Fort Zeelandia (Suriname)|Fort Zeelandia]] is van baksteen gebouwd.
Regel 20:
 
=== Kleiwinning ===
De belangrijkste grondstof voor baksteen is [[klei]]. De klei kan [[rivierklei]] uit de [[uiterwaarden]] zijn of [[zeeklei]] van de kuststreken. Er bestaan ook kleilagen die in het verleden gevormd zijn door wind- of landijsafzettingen. In Nederland wordt hoofdzakelijk rivierklei gebruikt. De kleisamenstelling bepaalt grotendeels de kleur van het uiteindelijke product. IJzerhoudende klei geeft de baksteen na het bakken een rode kleur en kalkhoudende klei meer een gele kleur. De kleisamenstelling en het bakproces bepalen voor een belangrijk gedeelte de kwaliteitseigenschappen van de stenen, zie verder op bij het kopje ''kwaliteit''. Voor de selectie van geschikte kleisoorten worden daarom eerst grondmonsters genomen en onderzocht. Met vrachtauto's of per schip wordt de klei na het ontgraven naar opslag van de fabriek vervoerd. De gaten die achterbleven bij de kleiwinning in de uiterwaarden worden tichelgaten genoemd. De winning[[kleiwinning]] uit de uiterwaarden gebeurt in de 21e eeuw zorgvuldiger, rekening houdend met de natuurwaarden en het cultuurlandschap. Daarbij werken de aannemers volgens een gedragscode. De kleiwinningsgebieden krijgen na het vergraven meestal een bestemming als natuurgebied<ref>{{Citeer web |url=http://www.kleiwinning.nl/ |titel=Duurzame kleiwinning |bezochtdatum=2024-02-09 |werk=www.kleiwinning.nl |taal=nl}}</ref>.
 
Bakstenen werden van oorsprong genoemd naar de plaats van herkomst. Waalsteen werd gemaakt van door de Rijn aangevoerd kleislib (Rijnklei), afkomstig uit de omgeving van de rivier de [[Waal (rivier)|Waal]]. [[IJsselsteen]] was afkomstig van de [[Hollandse IJssel]]. Zie de [[lijst van baksteenformaten]] voor andere benamingen.
Regel 28:
 
=== Voorbewerken ===
Voordat de klei gebruikt kan worden voor het maken van bakstenen, worden steentjes en eventuele metaaldelen uit de klei met een [[elektromagneet]] verwijderd. Daarna wordt de klei gekneed en gemalen. Het kneden en malen en het toevoegen van water en [[stoom]] hebben tot doel de kleimassa [[homogeniteit (mengsel)|homogeen]] te maken en haar de plasticiteit te geven die voor het vormen van de stenen noodzakelijk is. Ook door toevoegingen geeft men de kleimassa bepaalde gewenste hoedanigheden. Zo worden vette kleisoorten 'vermagerd' door toevoeging van zand en geeft bijvoorbeeld mangaanerts de baksteen een bepaalde kleur.
Ook door toevoegingen geeft men de kleimassa bepaalde gewenste hoedanigheden. Zo worden vette kleisoorten 'vermagerd' door toevoeging van zand en geeft bijvoorbeeld mangaanerts de baksteen een bepaalde kleur.
 
=== Vormen ===
Regel 48 ⟶ 47:
 
=== Bakken ===
Na gedroogd te zijn worden de gevormde bakstenen [[bakken|gebakken]]. Dit bakken of stoken gebeurde vroeger in periodieke ovens ([[veldoven]]s); in de 2e helft van de 19e eeuw werd overgegaan op continu brandende [[ringoven]]s , [[zigzagoven]]s en [[vlamoven]]s. Na de [[Tweede Wereldoorlog]] komen [[tunneloven]]s in gebruik. Bij het bakken is het belangrijk dat de temperatuur niet te snel stijgt, anders is het mogelijk dat de buitenkant van de stenen al uitgebakken is en het binnenste niet, waardoor de stenen door overdruk bol worden of zelfs kunnen barsten. Zowel het op baktemperatuur (tot tussen de 900 en 1100&nbsp;°C afhankelijk van de kleisoort) brengen als het daarna afkoelen, mag niet te snel gaan. Door het bakken [[glas|verglazen]] de zandkorrels in de klei, waardoor er een harde baksteen ontstaat.
 
== Het uiterlijk van baksteen ==
[[Bestand:Straatbaksteen.jpg|miniatuur|Straatbaksteen]]
[[Bestand:Glazuurstenen.jpg|miniatuur|Geglazuurde bakstenen]]
Tijdens het bakken krijgt de baksteen de gewenste kleur. Mogelijkheden tot beïnvloeding:
 
* door de kleisamenstelling te variëren. Zo bakt ijzerhoudende klei rood en kalkhoudende klei geel;
 
* met de baktemperatuur. Hoe paarser de kleur, des te hoger de temperatuur is geweest bij ijzerhoudende klei;
* door het toevoegen van kalk (mergel) aan ijzerhoudende klei: dat geeft gelere (oranje) steen;
* door engoberen. De vormeling wordt met een dunne kleipap (engobe) bespoten, waaraan kleurende oxiden kunnen zijn toegevoegd; Verpakken van Hulo-pakketten en het engoberen hebben altijd betrekking op zichtvlakken;
* door glazuren van de steen. De [[Glazuur (aardewerk)|glazuur]]<nowiki/>vormende pap wordt op de vormelingen of op de al gebakken steen aangebracht en vervolgens (nogmaals) gebakken.
* door oxiderend stoken. Bij oxiderend stoken wordt voldoende lucht (zuurstof) in de oven gelaten. De in de klei aanwezige ijzeroxides kleuren de producten rood of er ontstaan juist andere kleuren indien het kleimengsel meer componenten kent;
 
* door reducerend stoken. Hierbij wordt in de oven de zuurstoftoevoer tijdelijk verminderd (gesmoord) waardoor de brandstof de voor de hoge temperatuur nodige zuurstof uit het kleimengsel haalt. Plaatselijk ontstaat op de baksteen een andere kleur.
* Nadat de baksteen is gemaakt kan deze ook nog worden getrommeld. De nieuw gebakken stenen botsen in een draaiende trommel tegen elkaar met afgebroken hoekjes en randen tot gevolg. De stenen krijgen daardoor een 'doorleefd' uiterlijk met landelijke uitstraling.
 
== Kwaliteit ==
Afhankelijk van de plaats in de oven onderscheidde men vroeger vier hardheden namelijk: klinkers, hardgrauw, boerengrauw en rood. Klinkers zijn de hardste en ook de kleinste, omdat ze aan de hoogste temperaturen zijn blootgesteld. Klinkers nemen weinig vocht op en zijn daarom geschikt voor het [[trasraam]] of bestrating. Rood is de zachtste steen en is bijvoorbeeld goed geschikt voor binnenwanden. Rood is verdrongen door de niet gebakken kunststeen [[kalkzandsteen]], [[gipsblok]]ken en speciaal ontwikkelde binnenmuurstenen o.a.onder andere van klei en toeslagstoffen. Stenen gebakken bij de mond van het vuurkanaal zijn kromgetrokken en gesinterd en worden mondstenen genoemd.<ref>{{Aut|Haslinghuis, E.J. & Janse H.}} (2005) ''Bouwkundige termen'', Leiden: Primavera Pers – ISBN 90 5997 033 0</ref>
 
Tegenwoordig worden de bovengenoemdeBovengenoemde benamingen zijn niet meer gebruiktin gebruik, maarer wordt gesproken van binnenmuursteen, gevelsteen en hogedruksteen. Een en ander is vastgelegd in de Europese productnorm [[NEN]]-EN 772 ten behoeve van de CE markering. Gebakken kunststeen, ook gevelsteen en straatsteen bevatten geen uitloogbare stoffen die milieuverontreinigend zijn. Belangrijke eigenschappen die o.a.onder andere bij CE-markering worden vastgelegd zijn de mate van vorstbestendigheid ([[NEN]]-EN 772-22), de mate van wateropzuiging ([[NEN]]-EN 772-7), toegestane maatafwijkingen ([[NEN]]-EN 772-16) en de druksterkte ([[NEN]]-EN 772-1). Baksteen wordt in de praktijk vooral gekozen op basis van de gewenste kleur, structuur, textuur en afmetingen. De informatie uit de CE-markering wordt daarbij gebruikt om te controleren of de minimale technische eigenschappen voldoen aan de eisen die de beoogde toepassing vraagt.
 
== Afmetingen van metselbaksteen ==
Baksteen is een grof keramisch product. Zoals eerder genoemd zijn de kleisamenstellingKleisamenstelling in combinatie met de wijze van productie (zoals de oventemperatuur) is van invloed op de kleur en maatvastheid van het eindproduct. Dit betekent dat stenen onderling een andere maat kunnen hebben, en de verschillen met anderetussen productiecharges aanzienlijk kunnen zijn. In Nederland zijn in NEN-EN 771-1 klassen voor toegestane maattoleranties voor lengte, breedte en dikte vastgelegd. Met behulp van de maatklasse en de maatspreiding is tot een goede lengte maatvoering van muren en gebouwen te komen. De lange zijde van een baksteen wordt ''strek'' genoemd, de korte kant ''kop''. Boven- en onderkant heten ''platte kant''.
 
Baksteen wordt al eeuwenlang gebruikt. Het is bekend welke soorten en formaten er in verschillende periodes gebruikt werden. In de [[archeologie]] en de [[bouwhistorie]] wordt daar gebruik van gemaakt om een bouwwerk en eventuele latere aanpassingen te dateren.
 
De [[lijst van baksteenformaten]] biedt tabellen met de afmeting per type baksteen uit België en Nederland.
 
== Zie ook ==
* [[Lijst van baksteenformaten]]
* [[Metselen]] voor het gebruik van bakstenen;
* [[Metselen]]
* [[Verband (bouwkunde)|Verband]] voor metselverbanden met bakstenen.
* [[Verband (bouwkunde)]]
* [[Lijst van baksteenformaten]]
* [[SteenfabriekVoeg]]
 
== Literatuur ==
Regel 72 ⟶ 87:
*James W. P. Campbell en Will Pryce, ''Brick. A World History'', 2016. ISBN 9780500343197
 
== Externe linklinks ==
* [https://www.knb-keramiek.nl/themas/ Vereniging Koninklijke Nederlandse Bouwkeramiek]
* [httphttps://www.joostdevree.nl/shtmls/baksteen.shtml Uitgebreide links naar informatie over baksteen]
 
{{Appendix}}