Een sterk zuur is een zuur dat als het is opgelost in water volledig ioniseert, oftewel een aflopende protolysereactie in water ondergaat:

ZUREN en BASEN
Algemene begrippen
pH
Zuur-basereactie
Zuur-basetitratie
Zuurconstante
Buffer
Waterevenwicht
Hammett-zuurfunctie
Zuren

Sterk · Zwak · Lewiszuur · Anorganisch zuur · Organisch zuur · Superzuur · Oxozuur · Halogeenzuurstofzuur

Basen

Sterk · Zwak · Lewisbase · Organische base

Portaal  Portaalicoon  Scheikunde
HA(aq) + H2O → H3O+(aq) + A(aq)

Het voorvoegsel sterk duidt niet op de "gevaarlijkheid" of "corrosiviteit" van het zuur; zo is waterstoffluoride een zwak zuur, maar erg bijtend.

Voorbeelden van sterke zuren (van sterkst naar minder-sterk):

Al deze zuren zijn, wanneer ze worden opgelost in water, precies even sterk: ze ioniseren volledig. Alleen als ze worden opgelost in een oplosmiddel dat een zwakkere base is dan water treedt een verschil op.

Reden voor de zuursterkte

bewerken

Sterke zuren ioniseren in water volledig, dat betekent dat zuurrest (ook wel de geconjugeerde base) in water zeer stabiel is, en dat de binding tussen het H+ en de zuurrest heel zwak is; namelijk zwakker dan de binding met water die H3O+ vormt. Er zijn ook polyprotonische sterke zuren (zoals H3PO4). Deze stoffen hebben dus na afsplitsing van H+ nog ten minste één H-atoom in hun verbinding. Echter, het verkregen zuur (want er is nog waterstof in de moleculen aanwezig) is erg zwak. De regel is dat een polyprotonisch zuur geen H+ meer afscheidt (in water). Er kan toch één uitzondering gemaakt worden: H2SO4

Bij het ioneren van het perchloorzuur, volgens

HClO4→ClO4+ H+

wordt een van de zuurstofatomen van het zuur negatief geladen. Er zijn echter vier volledig gelijke O's beschikbaar, de negatieve lading zal dus ook afwisselend op die vier O's plaatsnemen:

   ←→  ←→...

Sterk elektronegatieve elementen

bewerken

De zuren HI, HBr en HCl vormen respectievelijk I, Br en Cl; alle halogenen met een hoge elektronegativiteit: dergelijk atomen nemen graag een elektron op, ze vervolledigen hiermee hun buitenste elektronenschil.

De negatieve ionen zijn dan ook stabiel, hierdoor is het zuur instabiel.