Rafael Kubelík

Jeroným Rafael Kubelík (Býchory bij Kolín, 29 juni 1914 – Kastanienbaum, Luzern, 11 augustus 1996 ) was een Zwitsers dirigent en componist van Tsjechische afkomst.

Leven

Kubelík's vader was de violist Jan Kubelík. Zijn studies deed hij van 1928 tot 1934 aan het Praags Conservatorium, onder andere bij Jindrich F. Feld viool, piano, bij Otakar Sín (1881-1943) compositie en bij Pavel Dědecěk orkestdirectie. Hij was van 1936 tot 1939 en van 1942 tot 1948 dirigent van de Tsjechische Philharmonie in Praag. In 1946 was hij oprichter van het Festival Praagse Lente en dirigeerde de muziek van Gustav Mahler in 1947. Mahler's muziek heeft een belangrijke rol in de carrière van Kubelík: hij was een van de eerste dirigenten die een cyclus met al diens symfonieën - behalve de Tiende - heeft opgenomen.

Nadat de communisten aan de macht kwamen in Tsjechoslowakije is hij geëmigreerd. Eerst werkte hij in de Verenigde Staten. Ook dirigeerde hij regelmatig het Koninklijk Concertgebouworkest, met name tijdens de eerste Amerikaanse toernee van dit orkest. In 1967 vertrok hij naar Zwitserland en kreeg daar in 1973 de burgerrechten. Pas nadat de communisten in Praag na de Fluwelen Revolutie niet meer aan de macht waren, kwam hij op uitnodiging van Václav Havel weer naar Tsjechië terug en dirigeerde in 1990 het concert ter opening van het Festival Praagse Lente met een uitvoering van Má Vlast (Mijn vaderland) van Bedřich Smetana.

In 1950 werd hij dirigent van het Chicago Symphony Orchestra. Van 1955 tot 1958 was hij directeur van het Royal Opera House, Covent Garden en van 1961 tot 1979 was hij chefdirigent van het Symfonieorkest van de Beierse Omroep. Eveneens was hij van 1972 tot 1974 muziekdirecteur van de Metropolitan Opera, New York City.

In 1984 trok hij zich - op enkele uitzonderingen na - van het dirigeren terug, om uitsluitend nog te componeren.

Rafael Kubelík is op het Vyšehradkerkhof te Praag begraven.

Composities

Werken voor orkest

• 1932-1933 Fantasie, voor viool en orkest
• 1934 Symfonie no. 1
• 1939-1940 Concert no. 1, voor viool en orkest
• 1943 Concert, voor fluit en kamerorkest
• 1944 Concert, voor cello en orkest
• 1945 Symfonie no. 2 "Pejte písen novou", voor solisten, koor en orkest
• 1950 Concert, voor piano en orkest
• 1951 Concert no. 2, voor viool en orkest
• 1971 Symfonie no. 3
• 1981 Séquences
• A Symphonic Peripetia, voor orgel en orkest
• Four forms for Strings, voor strijkorkest

Missen, cantates en gewijde muziek

• 1941 Pro Memoria Patris, cantate
• 1955 Mis
• 1957 Mis
• 1963 Libera nos, cantate
• Orphikon, cantate voor gemengd koor en orkest - Inventies en tussenspelen voor kinderkoor, 4 hobos en 4 trompetten
• Requiem pro memoria uxoris - In memoriam Jan Kubelík, voor kinderkoor en orkest

Toneelwerken

• 1946 Cisarovy nové saty (De nieuwe kleren van de keizer), opera
• 1946 Kvetinky malé Idy (De bloemetjes van de kleine Ida), opera
• 1947 Veronika, opera
• 1958 Tagensanbruch, opera
• 1972 Cornelia Faroni, opera (eerst in 1966 als Tiziano gepubliceerd)

Kamermuziek

• 1931-1932 Sonate, voor viool
• 1938 Strijkkwartet no. 1
• 1947 Strijkkwartet no. 2
• 1947 Strijkkwartet no. 3
• 1988 Trio concertante
• 1991 Strijkkwartet no. 6
• Strijkkwartet no. 4
• Strijkkwartet no. 5

Externe link

• Internetpagina (fr)