Centurie: verschil tussen versies
k robot Erbij: uk:Центурія |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
(17 tussenliggende versies door 16 gebruikers niet weergegeven) | |||
Regel 1: | Regel 1: | ||
{{ |
{{Zijbalk Romeins leger}} |
||
''' |
Een '''centuria''' was in het oude [[Romeinse Rijk|Rome]] een vermogens- of censusklasse en vormde ook de basis voor de indeling van de [[legioen]]en. |
||
De klassering van burgers volgens hun vermogen in onroerend goed wordt traditioneel aan koning [[Servius Tullius]] toegeschreven, maar is wellicht jonger en dateert uit een periode dat de reorganisatie van het Romeinse leger dit noodzakelijk maakte. Door deze klassering in |
De klassering van burgers volgens hun vermogen in onroerend goed wordt traditioneel aan koning [[Servius Tullius]] toegeschreven, maar is wellicht jonger en dateert uit een periode dat de reorganisatie van het Romeinse leger dit noodzakelijk maakte. Door deze klassering in centuries werden de rechten én de plichten van de burgers immers afhankelijk gemaakt van hun bezit aan onroerend goed. |
||
Pas tegen het einde van de 4e eeuw v.Chr. betrokken de [[ |
Pas tegen het einde van de 4e eeuw v.Chr. betrokken de [[Censor (Rome)|censors]] bij het opstellen van de censusklassen ook het bezit van roerende goederen. Vooral met het oog op de rekrutering van soldaten was deze maatregel van het grootste belang. |
||
Oorspronkelijk waren er 193 |
Oorspronkelijk waren er 193 centuries (waarvan 98 voor de meest vermogenden, wat toen volstond voor een absolute meerderheid in de [[comitia centuriata]]). |
||
In [[241 v.Chr.]], toen het aantal stedelijke [[ |
In [[241 v.Chr.]], toen het aantal stedelijke [[Tribus (Rome)|tribus]] tot 35 was opgelopen, vond een grondige hervorming plaats in het stelsel der centuries, zowel met het oog op het kiessysteem als op de samenstelling van het leger. |
||
Elke regionale tribus werd verdeeld in vijf nieuwe censusklassen, waarbij elke klasse twee |
Elke regionale tribus werd verdeeld in vijf nieuwe censusklassen, waarbij elke klasse twee centuries vormde (een van juniores en een van seniores). Dit bracht het totaal aantal centuries op (35 × 5 × 2 =) 350. Hierbij kwamen nog eens 18 ''centuriae [[equites]]'' en 5 ''centuriae infra classem'' of ''proletarii'', wat een totaal opleverde van (350 + 18 + 5 =) 373 centuries. |
||
Dit had niet alleen tot gevolg dat het aantal |
Dit had niet alleen tot gevolg dat het aantal centuries aanzienlijk toenam (van 193 tot 373), maar vooral dat de kapitaalkrachtigen hun absolute meerderheid in de [[comitia tributa]] en centuriata verloren, slechts (35 × 2 = 70 + 18 van de equites =) 88 centuries op een totaal van 373. |
||
De samenstelling van het leger kwam overeen met deze indeling in vermogensklassen. Elke |
De samenstelling van het leger kwam overeen met deze indeling in vermogensklassen. Elke centurie in een [[legioen]] werd aangevoerd door een [[Centurio (Romeins leger)|centurio]]. |
||
[[Categorie:Romeinse politiek]] |
[[Categorie:Romeinse politiek]] |
||
[[Categorie:Latijnse militaire term]] |
[[Categorie:Latijnse militaire term]] |
||
[[Categorie:Latijn]] |
[[Categorie:Latijn]] |
||
[[bg:Центурия]] |
|||
[[cs:Centurie]] |
|||
[[da:Centurie]] |
|||
[[de:Centurie]] |
|||
[[en:Centuria]] |
|||
[[es:Centuria]] |
|||
[[fr:Centurie]] |
|||
[[it:Centuria]] |
|||
[[ja:ケントゥリア]] |
|||
[[ka:ცენტურია]] |
|||
[[lt:Centurija]] |
|||
[[pl:Centuria (armia)]] |
|||
[[ru:Центурия]] |
|||
[[sl:Centurija]] |
|||
[[uk:Центурія]] |
Huidige versie van 7 dec 2022 om 15:22
Een centuria was in het oude Rome een vermogens- of censusklasse en vormde ook de basis voor de indeling van de legioenen.
De klassering van burgers volgens hun vermogen in onroerend goed wordt traditioneel aan koning Servius Tullius toegeschreven, maar is wellicht jonger en dateert uit een periode dat de reorganisatie van het Romeinse leger dit noodzakelijk maakte. Door deze klassering in centuries werden de rechten én de plichten van de burgers immers afhankelijk gemaakt van hun bezit aan onroerend goed.
Pas tegen het einde van de 4e eeuw v.Chr. betrokken de censors bij het opstellen van de censusklassen ook het bezit van roerende goederen. Vooral met het oog op de rekrutering van soldaten was deze maatregel van het grootste belang.
Oorspronkelijk waren er 193 centuries (waarvan 98 voor de meest vermogenden, wat toen volstond voor een absolute meerderheid in de comitia centuriata).
In 241 v.Chr., toen het aantal stedelijke tribus tot 35 was opgelopen, vond een grondige hervorming plaats in het stelsel der centuries, zowel met het oog op het kiessysteem als op de samenstelling van het leger.
Elke regionale tribus werd verdeeld in vijf nieuwe censusklassen, waarbij elke klasse twee centuries vormde (een van juniores en een van seniores). Dit bracht het totaal aantal centuries op (35 × 5 × 2 =) 350. Hierbij kwamen nog eens 18 centuriae equites en 5 centuriae infra classem of proletarii, wat een totaal opleverde van (350 + 18 + 5 =) 373 centuries.
Dit had niet alleen tot gevolg dat het aantal centuries aanzienlijk toenam (van 193 tot 373), maar vooral dat de kapitaalkrachtigen hun absolute meerderheid in de comitia tributa en centuriata verloren, slechts (35 × 2 = 70 + 18 van de equites =) 88 centuries op een totaal van 373.
De samenstelling van het leger kwam overeen met deze indeling in vermogensklassen. Elke centurie in een legioen werd aangevoerd door een centurio.