Naar inhoud springen

Centurie: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
RobotQuistnix (overleg | bijdragen)
k robot Erbij: uk:Центурія
Madyno (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
 
(17 tussenliggende versies door 16 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
{{Sjabloon:Romeins leger}}
{{Zijbalk Romeins leger}}
'''Centuria''' was in het oude [[Romeinse Rijk|Rome]] de naam voor een vermogens- of censusklasse. Zij was ook de basis voor de indeling van de [[legioen]]en.
Een '''centuria''' was in het oude [[Romeinse Rijk|Rome]] een vermogens- of censusklasse en vormde ook de basis voor de indeling van de [[legioen]]en.


De klassering van burgers volgens hun vermogen in onroerend goed wordt traditioneel aan koning [[Servius Tullius]] toegeschreven, maar is wellicht jonger en dateert uit een periode dat de reorganisatie van het Romeinse leger dit noodzakelijk maakte. Door deze klassering in ''centuriae'' werden de rechten én de plichten van de burgers immers afhankelijk gemaakt van hun bezit aan onroerend goed.
De klassering van burgers volgens hun vermogen in onroerend goed wordt traditioneel aan koning [[Servius Tullius]] toegeschreven, maar is wellicht jonger en dateert uit een periode dat de reorganisatie van het Romeinse leger dit noodzakelijk maakte. Door deze klassering in centuries werden de rechten én de plichten van de burgers immers afhankelijk gemaakt van hun bezit aan onroerend goed.


Pas tegen het einde van de 4e eeuw v.Chr. betrokken de [[censor]]es bij het opstellen van de censusklassen ook het bezit van roerende goederen. Vooral met het oog op de rekrutering van soldaten was deze maatregel van het grootste belang.
Pas tegen het einde van de 4e eeuw v.Chr. betrokken de [[Censor (Rome)|censors]] bij het opstellen van de censusklassen ook het bezit van roerende goederen. Vooral met het oog op de rekrutering van soldaten was deze maatregel van het grootste belang.


Oorspronkelijk waren er 193 centuriae (waarvan 98 voor de meest vermogenden, wat toen volstond voor een absolute meerderheid in de [[comitia centuriata]]).
Oorspronkelijk waren er 193 centuries (waarvan 98 voor de meest vermogenden, wat toen volstond voor een absolute meerderheid in de [[comitia centuriata]]).


In [[241 v.Chr.]], toen het aantal stedelijke [[tribus (Rome)|tribus]] tot 35 was opgelopen, vond een grondige hervorming plaats in het stelsel der centuriae, zowel met het oog op het kiessysteem als op de samenstelling van het leger.
In [[241 v.Chr.]], toen het aantal stedelijke [[Tribus (Rome)|tribus]] tot 35 was opgelopen, vond een grondige hervorming plaats in het stelsel der centuries, zowel met het oog op het kiessysteem als op de samenstelling van het leger.


Elke regionale tribus werd verdeeld in vijf nieuwe censusklassen, waarbij elke klasse twee centuriae vormde (een van juniores en één van seniores). Dit bracht het totaal aantal centuriae op (35 × 5 × 2 =) 350. Hierbij kwamen nog eens 18 centuriae [[equites]] en 5 centuriae ''infra classem'' of ''proletarii'', wat een totaal opleverde van (350 + 18 + 5 =) 373 centuriae.
Elke regionale tribus werd verdeeld in vijf nieuwe censusklassen, waarbij elke klasse twee centuries vormde (een van juniores en een van seniores). Dit bracht het totaal aantal centuries op (35 × 5 × 2 =) 350. Hierbij kwamen nog eens 18 ''centuriae [[equites]]'' en 5 ''centuriae infra classem'' of ''proletarii'', wat een totaal opleverde van (350 + 18 + 5 =) 373 centuries.


Dit had niet alleen tot gevolg dat het aantal centuriae aanzienlijk verhoogde (van 193 tot 373), maar vooral dat de kapitaalkrachtigen hun absolute meerderheid in de [[comitia tributa]] en [[comitia centuriata | centuriata]] verloren, slechts (35 × 2 = 70 + 18 van de equites =) 88 centuriae op een totaal van 373.
Dit had niet alleen tot gevolg dat het aantal centuries aanzienlijk toenam (van 193 tot 373), maar vooral dat de kapitaalkrachtigen hun absolute meerderheid in de [[comitia tributa]] en centuriata verloren, slechts (35 × 2 = 70 + 18 van de equites =) 88 centuries op een totaal van 373.


De samenstelling van het leger kwam overeen met deze indeling in vermogensklassen. Elke ''centuria'' in een [[legioen]] werd aangevoerd door een ''[[centurio (Romeins leger)|centurio]]''.
De samenstelling van het leger kwam overeen met deze indeling in vermogensklassen. Elke centurie in een [[legioen]] werd aangevoerd door een [[Centurio (Romeins leger)|centurio]].


[[Categorie:Romeinse politiek]]
[[Categorie:Romeinse politiek]]
[[Categorie:Latijnse militaire term]]
[[Categorie:Latijnse militaire term]]
[[Categorie:Latijn]]
[[Categorie:Latijn]]

[[bg:Центурия]]
[[cs:Centurie]]
[[da:Centurie]]
[[de:Centurie]]
[[en:Centuria]]
[[es:Centuria]]
[[fr:Centurie]]
[[it:Centuria]]
[[ja:ケントゥリア]]
[[ka:ცენტურია]]
[[lt:Centurija]]
[[pl:Centuria (armia)]]
[[ru:Центурия]]
[[sl:Centurija]]
[[uk:Центурія]]

Huidige versie van 7 dec 2022 om 15:22

Het Romeinse leger

..Wapens

Een centuria was in het oude Rome een vermogens- of censusklasse en vormde ook de basis voor de indeling van de legioenen.

De klassering van burgers volgens hun vermogen in onroerend goed wordt traditioneel aan koning Servius Tullius toegeschreven, maar is wellicht jonger en dateert uit een periode dat de reorganisatie van het Romeinse leger dit noodzakelijk maakte. Door deze klassering in centuries werden de rechten én de plichten van de burgers immers afhankelijk gemaakt van hun bezit aan onroerend goed.

Pas tegen het einde van de 4e eeuw v.Chr. betrokken de censors bij het opstellen van de censusklassen ook het bezit van roerende goederen. Vooral met het oog op de rekrutering van soldaten was deze maatregel van het grootste belang.

Oorspronkelijk waren er 193 centuries (waarvan 98 voor de meest vermogenden, wat toen volstond voor een absolute meerderheid in de comitia centuriata).

In 241 v.Chr., toen het aantal stedelijke tribus tot 35 was opgelopen, vond een grondige hervorming plaats in het stelsel der centuries, zowel met het oog op het kiessysteem als op de samenstelling van het leger.

Elke regionale tribus werd verdeeld in vijf nieuwe censusklassen, waarbij elke klasse twee centuries vormde (een van juniores en een van seniores). Dit bracht het totaal aantal centuries op (35 × 5 × 2 =) 350. Hierbij kwamen nog eens 18 centuriae equites en 5 centuriae infra classem of proletarii, wat een totaal opleverde van (350 + 18 + 5 =) 373 centuries.

Dit had niet alleen tot gevolg dat het aantal centuries aanzienlijk toenam (van 193 tot 373), maar vooral dat de kapitaalkrachtigen hun absolute meerderheid in de comitia tributa en centuriata verloren, slechts (35 × 2 = 70 + 18 van de equites =) 88 centuries op een totaal van 373.

De samenstelling van het leger kwam overeen met deze indeling in vermogensklassen. Elke centurie in een legioen werd aangevoerd door een centurio.