P.S. Wiki:
BDSM seksuele voorkeur is een vorm van seksuele expressie die met wederzijdse toestemming
gebruikmaakt van fysiek opgelegde beperkingen, intense zenuwprikkels en het fantaseren over
machtsverhoudingen en het spelen van een machtsrollenspel en onderwerping. BDSM staat
voor Bondage and Discipline (BD), Dominance and Submission (DS) en Sadism
and Masochism (S&M of S/M).
Bondage (het verminderen van de bewegingsvrijheid van de partner met bijv. touw of boeien,
discipline (het geven van opdrachten, eventueel met echte of gespeelde bestraffing),
dominantie en submissie (het uitoefenen van of zich onderwerpen aan macht, vaak in de
vorm van rollenspel) en sadomasochisme (het genieten van het veroorzaken of ondergaan van pijn,
samentrekking van sadisme en masochisme). Voorkeuren lopen veel door elkaar heen, met verschillen
die vaak eerder gradueel zijn dan absoluut. BDSM omvat een breed spectrum aan activiteiten, interpersoonlijke
relatievormen en subculturen.
Voor het sadomasochistische spel kan gebruik worden gemaakt van speciaal daarvoor gemaakte ’speeltjes’,
bijvoorbeeld instrumenten die de vrijheid beperken (zoals halsband, handboeien en voetboeien,
andreaskruis, touw, ketting en mondknevel, collar, blinddoek), seksspeeltjes
zoals buttplug, dildo en vibrator, instrumenten om mee te slaan (zoals cane, bullwhip,
single tail, plak, gesels, flodder, zweep), elektrospeeltjes (zoals elektrische vliegenmepper,
laagspanningsapparatuur en violet wand) en overige instrumenten om pijn en/of genot mee te veroorzaken,
zoals naalden en messen, wasknijpers of ijsblokjes, tepelklemmen en kaarsvet, spanking
en andere lijfstraffen.
Domspace en subspace: Onder invloed van een BDSM-spel of een D/s-relatie kunnen de dominant en de
sub (vaker) in een soort roes of trance raken. Vaak begint dit verschijnsel, waarbij de sub vaak
het gevoel heeft te zweven, al in lichte mate op het moment dat de sub zich bijvoorbeeld thuis voorbereidt op
het weerzien met zijn of haar dom (meester). Naarmate het ’spel’ vordert wordt de trance vaak
dieper. In sommige gevallen zo diep dat de sub moeite heeft om nog helder te denken, te praten, te lopen of zelfs
maar te reageren.
Als de sub in de diepste fase van subspace schiet, kan hij of zij met kracht om zich heen beginnen te slaan.
Als daar bij de sub veel risico op is, legt men hem of haar vooraf extra goed vast. Er zijn dus verschillende |