Direct naar artikelinhoud
Nieuws

Kenia moet orde herstellen in Haïti, maar politiegeweld in eigen land belooft ‘weinig goeds’

Een eerste lichting van vierhonderd Keniaanse politieagenten arriveerde dinsdag in Haïti, om op te treden tegen het brute bendegeweld in het land. Maar het politiegeweld in Nairobi dezelfde dag, waarbij vijf mensen omkwamen, doet twijfels rijzen over de missie.

Keniaanse politieagenten op het vliegveld van Port-au-Prince, de hoofdstad van Haïti.Beeld Marckinson Pierre / AP

De Keniaanse politie was dinsdag om twee redenen wereldnieuws. In eigen land schoot de politie met scherp op demonstranten die het parlement in hoofdstad Nairobi bestormden. Tegelijkertijd landden de eerste vierhonderd Keniaanse politieagenten, met AK-47-machinegeweren en een Keniaanse vlag, in de Haïtiaanse hoofdstad Port-au-Prince om de orde te herstellen in het door bendegeweld verscheurde Caribische land.

Kenia wierp zich vorig jaar op als vrijwilliger om de door de VN vurig gewenste interventiemissie te leiden, nadat andere landen, zoals de VS, Canada en voormalig kolonisator Frankrijk, de boot hadden afgehouden. De Keniaanse president, William Ruto, stuurde de agenten naar Haïti met de belofte dat zij ‘hoop en verlichting’ zullen brengen.

Over de auteur
Joost de Vries is correspondent Latijns-Amerika voor de Volkskrant. Hij woont in Mexico-Stad.

In Nairobi liep intussen een aangekondigd volksprotest uit op een bloedbad. Vooral jonge demonstranten verzamelden zich in de hoofdstad uit onvrede over een belastingverhoging op tal van goederen. Toen de demonstranten het parlement bestormden, reageerde de politie niet alleen met traangas en waterkanonnen, maar ook met kogels. Lokale media meldden minstens vijf doden.

Nadien prees president Ruto het optreden van de politie. Hij bedankte de veiligheidsdiensten voor ‘het verdedigen van Kenia en het Keniaanse volk’ en beloofde het land dat het volledige nationale veiligheidsapparaat klaarstaat om ‘koste wat kost te voorkomen dat een dergelijke situatie zich herhaalt’. De demonstranten die het parlement belaagden, zette hij weg als ‘gevaarlijke criminelen’.

‘Tragisch ironisch’

Zo kreeg Haïti, nog voordat de Keniaanse missie goed en wel van start is, een inkijkje in de werkwijze van het buitenlandse veiligheidsorgaan dat een einde moet maken aan het dagelijks bendegeweld. Dat inkijkje vergroot de zorgen rond de ‘Multinational Security and Support Mission’. Multinationaal, omdat naast de duizend agenten die Kenia toezegde, ook landen als Bangladesh, Belize, Benin, Tsjaad en Jamaica troepen hebben beloofd. De VS treden op als grote geldschieter en leverancier van militair materieel.

‘Het is tragisch ironisch dat op de dag waarop de Keniaanse politie arriveert in Port-au-Prince om zogezegd Haïti’s problemen op te lossen, in Nairobi agenten demonstranten doodschieten’, reageert de Haïtiaans-Amerikaanse politicoloog Robert Fatton, verbonden aan de University of Virginia, telefonisch vanuit de VS. Het geweld in de Keniaanse hoofdstad belooft weinig goeds voor Haïti, meent hij.

Nog veel is onduidelijk rondom de interventiemissie, bijvoorbeeld wie precies de leiding en verantwoordelijkheid heeft. Want hoewel het een ‘ondersteuningsmissie’ betreft, is het nog de vraag in hoeverre de Haïtiaanse of de Keniaanse politie het voortouw zal nemen in het terugdringen van de bendes die heersen in grote delen van Port-au-Prince.

Onderliggende problemen

Zelfs als de Keniaanse missie ‘een soort van orde’ kan herstellen, blijven onderliggende problemen bestaan, waarschuwt politicoloog Fatton. ‘Hopelijk zit ik ernaast, maar ik vrees dat duizend Keniaanse agenten weinig verandering teweeg zullen brengen in Haïti’.

Het arme Caribische land, de westerse helft van het eiland Hispaniola, verkeert sinds de moord op president Jovenel Moïse in juli 2021 in de greep van steeds bruter bendegeweld. De ongekozen interim-premier Ariel Henry die Moïse opvolgde, keek machteloos toe terwijl de georganiseerde misdaad Port-au-Prince onder de voet liep. In de afgelopen anderhalf jaar werden zeker 7.500 mensen vermoord.

In maart, terwijl Henry een bezoek bracht aan Kenia, voerden de bendes de druk op met gecoördineerde aanvallen op de luchthaven, de haven, het presidentieel paleis, gevangenissen en tal van politiebureaus. Vanuit het buitenland diende Henry zijn ontslag in. Hij werd opgevolgd door een overgangsraad die een maand geleden een nieuwe premier benoemde: oud-premier en langdurig VN-medewerker Garry Conille.

Argwaan

Hoewel de Haïtiaanse nood enorm is, met honderdduizenden binnenlandse vluchtelingen en miljoenen Haïtianen die niet of nauwelijks te eten hebben, zullen de Keniaanse agenten op de nodige argwaan stuiten. Eerdere interventiemissies geleid door de VS en de Verenigde Naties gingen gepaard met seksueel misbruik en een cholera-uitbraak. De blauwhelmen brachten tijdelijke rust, maar geen structurele verbeteringen.

In plaats van het land te versterken, heeft een lange geschiedenis van buitenlandse inmenging de Haïtiaanse staat juist verzwakt, betoogt de Amerikaanse auteur Jake Johnston in het recent verschenen boek Aid State (‘hulpstaat’). De ‘hulp’ hield het gapende gat in stand tussen een zwakke staat en een arme bevolking.

En ook dit keer gaan buitenlandse miljoenen (de Amerikanen betalen naar schatting 300 miljoen dollar) naar een veiligheidsoperatie met ongewisse uitkomst. ‘Wat een oneindig trieste dag’, schreef de Haïtiaanse schrijver en activist Monique Clesca dinsdag op X. ‘Om te zien hoe buitenlandse troepen uit Afrika bij aankomst in Haïti een strijdlied zingen en met de Keniaanse vlag wapperen.’