Alpenoversteek E5

Lopend van Duitsland naar Italië Alpenoversteek à la SNP

Het diep in Zuid-Duitsland gelegen dorp Oberstdorf is het beginpunt van een Alpenoversteek waarbij je elke dag zo’n 1000 tot 1500 hoogtemeters moet overwinnen. Eindpunt van de trekking is het Italiaanse Merano. Om er te komen doorkruis je de Oostenrijkse deelstaat Tirol, elke dag een volgende bergrug over. Fotograaf-reisjournalist Lex van den Bosch liep deze bergwandeltocht voor SNP.


Wat is de spectaculairste dag?

“Daar is geen twijfel over mogelijk: de koninginne-etappe over het 2995 meter hoge Pitzjoch! Dat is het dak van de trekking, als je van het Pitztal naar het Ötztal oversteekt. Die hoogalpiene landschappen waar bijna niets meer wil groeien, geven me altijd dat nietige gevoel. Ik houd daarvan. Je bent in zo’n immens en onherbergzaam gletsjerlandschap echt te gast. Geweldig als je bij het stijgen voor het eerst de eerste gletsjertong in het vizier krijgt. We vonden deze dag een enorm avontuur. Omdat er mogelijk onweer aankwam, zijn we die dag extra vroeg vertrokken. Ruim voor het ontbijt, maar geen nood: de keuken had voor ons een ontbijtpakket klaargelegd.” 

Hoe ziet de route er in grote lijnen uit?

“Een soort Alpen-haasje-over, zou ik deze oversteek willen noemen. Bij de eerste blik op de kaart was dat meteen duidelijk: terwijl de ruggen in de Oostelijke Alpen vooral oost-west lopen, gaat deze trekking van noord naar zuid. Je loopt van het Zuid-Duitse Oberstdorf naar het Noord-Italiaanse Merano via langeafstandsroute E5. Bij deze SNP-wandeltocht ga je elke dag een volgende bergrug over, elke dag een ander dal in, met een nieuwe sfeer en een ander dialect. Dat is anders dan bij de volledige E5, die ook de dalen volgt. De SNP-variant slaat de wat saaiere stukken over de dalbodems grotendeels over, door steeds even een stuk de bus te nemen. Zo zaten we al na zes dagen flink klimmen en dalen aan het Italiaanse ijs.”

Wat voor landschappen kom je tegen?

“In zes dagen tijd zie je de wereld om je heen compleet veranderen, dat vind ik het bijzondere van deze trekking. Je steekt een compleet hooggebergte over en doet ook nog eens drie landen aan. Van de groene alpenweides in het noorden naar de palmbomen in het zuiden, dwars door taal-, klimaat- en landsgrenzen. Onderweg zie je de bergen steeds hoger worden en veranderen van kalk naar gneiss, leisteen en graniet, om daarna toch weer in kalksteen over te gaan als je de hoogste centrale rug bent gepasseerd. Je ziet hoe beukenbossen op de noordhelling plaatsmaken voor dichte struwelen van alpendennen aan de zuidzijde. En terwijl we in startplaats Oberstdorf nog een knusperbraten met een halve liter bier bestelden, genoten we in eindhalte Merano van een vitello tonnato met een zorgvuldig uitgekozen wijn. In het Italiaanse oord vonden we alles net even wat verfijnder dan in het functioneel ingestelde noorden. Niet voor niets wordt Italië ook wel il belpaese, het mooie land, genoemd.”

Wie kom je onderweg tegen?

“De eerste dag, toen we meteen aan de klim naar de grens met Oostenrijk begonnen, kwamen we flink wat mensen tegen. Dagjesmensen, zo leek het. Daarna werd het veel rustiger. We kwamen jonge avonturiers tegen die net aan hun wereldreis waren begonnen, maar ook wel mensen uit de streek. En natuurlijk lotgenoten die ook de E5 liepen. Tijdens de hoogste dag maakten we bewust even een praatje met de vijf mensen die we tegenkwamen bij de beklimming. Voor de veiligheid. Je weet maar nooit als het weer omslaat op hoogte.”


Waar logeer je?

“Niet op matratzenlagers in een berghut, maar in een comfortabel bed in een hotel in het dal, waar we een paar keer een zeer uitgebreid ontbijtbuffet hadden. En het geinige is dat je ook dan de enorme verschillen in cultuur ziet tussen de Noord- en de Zuid-Alpen. Terwijl we ons in het Zuid-Duitse Oberstdorf konden vergrijpen aan een onberispelijk uitgestalde keur aan worsten, kazen en vis, mochten we in Merano toetasten bij een schitterend opgemaakt buffet met verfijnde hapjes en kunstig vormgegeven zoete taartjes. Heel Italiaans allemaal, met veel gevoel voor schoonheid en raffinement. In de berghutten kwamen we trouwens ook, maar dan overdag. Doordat ze boven op – of in de buurt van – de bergpassen liggen, ben je daar zo halverwege de dag. Daarom waren het ook steeds de ideale lunchplekken.”

Over wat voor soort paden loop je?

“Je loopt aldoor over gemarkeerde bergpaden, af en toe kom je een stuk onverharde weg tegen of een strook asfalt in een dorp. Wat mij vooral opviel, is dat de E5 een zeer goed aangelegde route is. Zelden zoiets gezien! De klim door een dun lariksbos op dag twee naar het Kaisersjoch (2310m) was op steile, erosiegevoelige stukken volledig afgetimmerd met houten trappetjes en met gaas bespannen vlonders tegen het uitglijden. En ook op dag vier, als je het Pitzjoch oversteekt, wordt het je makkelijk gemaakt. Wat lastiger passages zijn steevast voorzien van traptreden, die bestaan uit stevig in de rotsen verankerd betonijzer. En als je wat last van hoogtevrees hebt, geven staalkabels langs de rotswand je net even die houvast die je dan graag zoekt. Alleen bij de afdaling vanaf het Pitzjoch moesten we even klauteren. Dat kwam doordat het pad volledig was weggeslagen door een verschuiving van de rotsblokken.”

Door: Lex van den Bosch
Foto's: Lex van den Bosch

Bekijk hier de Alpenoversteek a la SNP